Lapis lazuli, ook bekend als lazuursteen, is een ondoorzichtige edelsteen met een diep azuurblauwe kleur. Het is een gesteente en geen mineraal omdat het uit meerdere componenten bestaat. De voornaamste vindplaats is Afghanistan. Lazuriet, dat 25% tot 40% van lapis lazuli uitmaakt, is de belangrijkste component en heeft de chemische formule (Na,Ca)8(AlSiO4)6(S,SO4,Cl). Andere belangrijke componenten zijn calciet (wit), sodaliet (blauw) en pyriet (geel en metaalachtig glanzend). Daarnaast kunnen mineralen zoals augiet, diopsiet, enstatiet, mica's, hauyniet, hornblende, geyeriet (een zwavelrijke variant van lollingiet) en noseaan voorkomen in lapis lazuli. Met een hardheid van 5,5 op de Mohs schaal is lapis lazuli niet uitzonderlijk hard, waardoor het gemakkelijk gekrast kan worden door hardere stenen. Daarom is het onverstandig om juwelen met lapis lazuli samen met hardere edelstenen te bewaren. Aan lapis lazuli wordt door sommige alternatieve genezers spirituele kracht toegeschreven. Het ontstaat meestal door contactmetamorfose in kristallijn marmer. Lapis lazuli is al sinds de oudheid bekend en werd al rond 4000 v.Chr. verhandeld in de stad Ur. Het was een handelswaar tussen Sumer, Dilmun en Meluhha en was zeer geliefd in het oude Egypte, waar het onder andere gebruikt werd voor het dodenmasker van Toetanchamon. Vanwege de grote vraag in het Midden-Oosten werden er al in de 13e eeuw v.Chr. imitaties gemaakt. Bekend zijn bijvoorbeeld de rolzegels uit de stad Sidon van koning Annipi en zijn vader Adummu, die met kobaltzouten een donkerblauwe kleur kregen. Lapis lazuli werd ook vermalen tot de blauwe pigment ultramarijn, dat in de Renaissance schilderkunst zeer gewaardeerd werd.